De Teunisbloem
De Teunisbloem is een nachtbloeier waarvan telkens een bloem zich opent in het avondlicht met zijn gele fluoriserende blaadjes. Een bijzondere eigenschap die maakt dat de bloemen van deze plant zo zichtbaar blijven ondanks de invallende duisternis. Zo kan de bloem makkelijk gevonden worden door insecten. In het contact tussen insect en bloem voedt de insect zich met de nectar en bestuift hij de bloem. Stuifbloem is afkomstig van andere bloemen en het insect zorgt dus voor het transport. De volgende ochtend sluit de bloem van de Teunisbloem zich en verdort geleidelijk. De zaadontwikkeling begint. De avond erop herhaalt zich dit proces met één of meer nieuwe bloemen.
De insect en de Teunisbloem zijn beiden verrijkt na het contact met elkaar.
Door de zaadvorming blijft de Teunisbloem voortbestaan en kan zich vermeerderen. Bij het uitblijven van bestuiven zal de plant sterven in het tweede jaar. De Teunisbloem bloeit van juni tot en met september. De overige maanden vormt een aantal fases die achtereenvolgens bestaan uit versterven, rust, ontkieming en groei.
Deze combinatie van eigenschappen maakt dat de Teunisbloem mijn inspiratiebron is. Ik werk zowel persoonlijk als in organisaties op lagen die in het schemergebied liggen. Daar vervul ik een voedende rol voor individuele cliënten en organisaties die verlangen naar groei en continuïteit. In de wederkerigheid van de relatie dragen zij bij in de continuïteit van de uitoefening van mijn vak.